ST. Catharinakerk ST. Catharinakerk

voorgeschiedenis
Uit oude papieren blijkt dat er in 1335 al een godshuis in de vorm van een kapel in Asch staat.
De kapel valt vermoedelijk onder de moederkerk in Erichem. Later waarschijnlijk in 1435 maar het kan ook al in 1395 behoort het tot de parochie Buren. In 1516 wordt er voor het eerst over een koor geschreven, onduidelijk is of het toen gerestaureerd werd of gebouwd.
Omstreeks 1518 werd Asch tot parochiekerk verheven er werd toen een pastoor benoemd.

De tachtigjarige oorlog
Er is weinig bekend over het verloop van de hervorming van Asch. In 1609 is er in het dorp Asch door de strijdende partijen grondig huisgehouden. Daarbij werd de kerk door brand zwaar beschadigd, zodat zij opnieuw moest worden opgebouwd. Bij deze brand zijn voornamelijk het kerkdak en het koorgewelf onherstelbaar aangetast door het vuur. In 1615 wordt aan Philips Willem van Nassau prins van Oranje, graaf van Buren financiële steun gevraagd, voor de wederopbouw. Men zoekt aan alle kanten om aan geld te komen. Er mogen boerderijen worden verkocht mits er op de betreffenden gronden erfpacht aan het kerkbestuur blijft rusten. De wederopbouw zal ongeveer 1800 gulden gaan kosten. Als men voldoende middelen heeft weten te verzamelen, wordt het kerkje hersteld.

De eerste gereformeerde predikant
In 1616 krijgt Asch zijn eerste gereformeerde predikant, Francum Wernerium . dit was echter maar van korte duur, in 1618 wordt Francum Wernium geschorst en gedeporteerd, omdat hij zich tegen de benoeming van Albertus Huttenis tot predikant van Buren heeft verzet.
De verbannen predikant treffen we in 1619 weer aan als predikant te Beusichem, nota bene binnen het graafschap, waar hij uit verbannen werd. In 1623 verzoeken de inwoners van Asch opnieuw aan de prins om op gelijke wijze als de omliggende gemeenten een bedrag te mogen ontvangen om in het onderhoud van een predikant te voorzien, zodat zij ook weer een voorganger kunnen aantrekken. Pas in 1629 wordt Asch in staat gesteld om een eigen predikant te beroepen. DS. Isaac Genius wordt de nieuwe predikant. Er is geen pastorie beschikbaar, wanneer in 1634 in Erichem DS. Swartenius wordt afgezet, ontfermt DS. Isaac Genius zich eigenmachtig over de gemeente en de pastorie van de gemeente Erichem. Tot ongenoegen van de gemeente Erichem. Hierdoor gaan Asch en Erichem kerkelijk opnieuw samen tot DS. Genius in 1644 overlijdt.
In 1629 werd er een klok voor de toren van Asch gekocht.
De pastorie
In 1662 verzoekt het kerkbestuur aan de graaf van Buren toestemming om een predikantenhuis te bouwen. Onder bepaalde voorwaarden wordt dat door Amalia van Solms verleend. In 1663 komt de woning gereed en in 1664 wordt het al bewoond voor 36 gulden per jaar.

De grafsteen uit 1665
In 1665 overlijdt DS. Johannes de Vries en vermoedelijk wordt hij in de kerk begraven. In 1917 ligt zijn graf voor de drempel van de achteringang, bij de restauratie van 1993 wordt hij in de kerk gelegd voor de preekstoel.
Watersnood
De Betuwe wordt vaak getroffen door zeer grote overstromingen, die een ware plaag voor de bewoners vormen en die vaak het bestaansvermogen in gevaar brengen. Ook Asch heeft steeds een zware tol moeten betalen. In 1809 wordt Asch door een zware watersnood getroffen. In 1820 wordt Asch opnieuw getroffen door een zware watersnood, in de kerk hebben ze toen een stellage gebouwd waarop 28 mensen zich hebben kunnen redden, het liep bijna fataal af toen de stellage dreigde te kantelen door het inzakken van de graven. Ook de pastorie is er slecht aan toe zodat de predikant moet vluchten. Op 4 december van dat jaar wordt de kerk en de pastorie buiten gebruik gesteld. Asch en Buren gaan samen. Omdat er in Asch niet voldoende mensen zijn (220) om aanspraak te maken op een eigen predikant.
Op 22 november 1822 wordt bepaald dat de kerk in Asch zal worden ingericht als wijkplaats bij watersnood. De toren en de pastorie zullen worden afgebroken en het koor en het schip op zodanige hoogte worden gebracht, dat je zelfs bij de hoogste waterstand veilig kan blijven. op 7 juni 1823 wordt bepaald dat de kerk niet zal worden gesloopt, de kap en het dak zullen blijven, het meubilair wordt verwijderd, de glasramen worden uitgebroken en de raamopeningen dicht gemetseld. Tevens wordt er bepaald dat er een klokje net boven het dak onder een laag kapje zal worden geplaatst als noodklok. Uit de bewaard gebleven stukken is niet bekend wanneer de toren en de pastorie zijn gesloopt. In 1932 wordt de pastorie nog genoemd maar in 1842 niet meer. Er is verder niets meer te vinden over of de kerk inderdaad dienst heeft gedaan als vloedvrij gebouw. Tot 1839 is de kerkelijke gemeente van Asch samengegaan met die van Buren.

Herstel van de eigen gemeente en het kerkgebouw in 1939.
Gesteund door dominee van Schaick die van 1811 tot 1815 in Asch heeft gestaan, dient de gemeente van Asch een verzoekschrift in met 250 handtekeningen van alle gemeenteleden van Asch aan het classicaal bestuur met het verzoek om weer een eigen predikantsplaats te krijgen. Dit verzoekschrift wordt door de koning goedgekeurd en Asch wordt los gemaakt van de hervormde gemeente van Buren, op voorwaarde dat Asch zelf zorgt voor het herstel van het kerkgebouw. In december 1839 wordt de kerk weer in gebruik genomen. Amsterdamse vrienden schenken een nieuwe preekstoel
Op 23 augustus 1839 hebben ze 4 kerkramen en 10 banken kunnen laten maken, uiteindelijk komen er 18 banken, 4 kerkramen en nog 4 halve ramen. Op 29 november 1839 wordt j. Post benoemd tot predikant van Asch. In 1842 wordt er in de nieuw pastorie een gedenksteen aangebracht. In dankbare herinnering aan DS. J. van Schaick. Wanneer de pastorie daadwerkelijk is gebouwd is niet bekend. Nu er weer een eigen kerkelijke gemeente heeft willen ze ook weer een school in Asch. Vanaf 1840 worden er verschillende pogingen ondernomen door de bewoners van Asch om weer een eigen school te mogen hebben. zonder resultaat omdat er maar 39 kinderen in de leeftijd tussen 5 en 13 jaar zijn. pas in 1853 wordt toegekend dat er weer een school mag komen in Asch mits de inwoners zelf voor beschikbare grond zorgen, de Hervormde gemeente Asch verkoopt dan de pastoriehof voor 200 gulden. In maart 1856 wordt de grond aangekocht voor de school en onderwijzerswoning.
In 1858 wordt het dak van de kerk vernieuwd. Ook wordt er een koepeltorentje aangebracht.

De restauratie

In 1878 wordt de kerk gerestaureerd. De muren van het schip worden verhoogd, de ramen worden geheel of gedeeltelijk dichtgemetseld en de driehoeken op de gevel van de toren worden opgemetseld. Inwendig wordt het geheel omgedraaid, d.w.z. de preekstoel wordt aangebracht tegen de westelijke afscheidingswand in het schip, in het koor komt een orgelgalerij, alle banken worden met zicht naar de preekstoel geplaatst. In de koorsluiting wordt aan de zuid–oost zijde een deur aangebracht.
In 1896 krijgt de kerk een kerkorgel geschonken door de familie Steenis. Als in 1935 dominee broers vertrekt wordt door de Classis voorgesteld om samen te gaan met Zoelmond, de kerkenraad wil dat niet, Asch krijgt dan toch nog toestemming om opnieuw te beroepen.
In 1973 wordt de pastorie verkocht.

Het doopvond wordt in 1981 geschonken door de kinderen van de vroegere predikant uit Asch, ds. D. Broers. In 1983 wordt de kerk door bliksem getroffen, er wordt een gat van m² in het dak geslagen en de elektrische installatie uitgeschakeld.

In 1993 is de kerk opnieuw toe aan een grote restauratie.
Daarbij ontdekken ze een dichtgezet deurtje, de drempel blijkt ongeveer 168 cm onder het peil (van 1992) van de vloer te liggen. Besloten wordt deze drempel in het zicht te laten door middel van een met hardglas overdekte put.
Verder treft men in de muur ook randen aan waar ramen en een deur heeft gezeten.de vloer wordt uitgegraven en het nieuwe vloerpeil wordt op 55 cm vastgesteld. Dat is onder het oude peil zodat de stenen trapjes vervallen en de kerk ook toegankelijk wordt voor invaliden. Als de buitenmuren ontdaan worden van de pleisterlaag blijkt dat de onderste lagen oker van kleur zijn. Het kerkje is dus vroeger oker geel van kleur geweest. Besloten wordt om de kerk weer die kleur te geven.

Dankzij deze restauratie weten we ook dat de toren ingebouwd is geweest en dat men ongeveer rond 1820/1823, de toren af heeft gebroken, ze zijn toen niet verder gegaan dan het toenmalige dak.
Door de vele bouwsporen die gevonden zijn in de muren is het enigszins mogelijk om een indruk te krijgen hoe de kerk er in de loop der jaren uit heeft gezien. Een heel frappant voorbeeld van hoe de kerk er in de 16de eeuw uitgezien zou hebben is te vinden in Lopikerkapel.

De buitenkant van de kerk
Het meest in het oog springende van de kerk is de lichte oker-kleur.
Was het kerkje voorheen verscholen achter de bomen, nu komt het kerkje in al zijn glorie tevoorschijn. Het daktorentje heeft de vroegere ruit versiering weer terug gekregen en is het dakje ervan in koper uitgevoerd. De dakgoten zijn van koper. Opvallend op het kruis op de dakruiter is de fiere koperen haan. Dit was een geschenk van huidarts E. de Kreek en zijn echtgenote mevr. De Kreek- de Haan. Minder opvallend maar ook heel bijzonder is de op het koor aangebrachte windvaan voorstellende de naamheilige van de kerk, de H. Catharina zij staat erop met haar symbolen het zwaard en het (folter)rad. Ook is er een wiel met een naaf aangebracht, het wapen van Asch, aan dit geschenk droeg de familie van Melick bij. Bij beide buitendeuren hangen lampen die door de jongerenclub uit Asch is geschonken.

De kerk van binnen
Ook in de kerk is het nodige veranderd. De ingang aan de zuidzijde is nu de hoofdingang geworden. Je komt binnen in een gang, van waaruit je rechts de kerk betreedt. Aan het einde van de gang geeft een deur toegang tot de consistorie. Aan de linkerzijde draait een trap omhoog naar de vergader- zondagsschoolzaal op de eerste verdieping. Naast deze trap is een toilet en daarnaast is een sierlijk boogpoortje dat toegang geeft tot een klein keukentje.
De consistorie is iets kleiner geworden en heeft een verlaagd plafond. Daglicht komt er door het weer opengemaakte, waarschijnlijk 16de-eeuwse spitsboograampje. In de kerk, van de zijbanken is alleen het houten voorschot gebleven. Daarachter staan nu stoelen in plaats van de vroegere banken. Het aantal banken is ook minder geworden, waardoor een grotere ruimte is gecreëerd voor het liturgisch centrum. Het voorlezersbankje midden in de voorste bank is gebleven, de gietijzeren lezenaar uit de vorige eeuw kan op die plaats aangebracht worden.

Het tochtschot met twee deuren die koor en trap naar het orgel afsloten is verdwenen. Hiervoor in de plaats zijn twee pilaren geplaatst ter ondersteuning van de orgelgalerij. In het koor zijn de afgehakte kraagstenen van de vroegere gewelven teruggevonden en weer in het zicht gebracht. Er is een nieuwe houten trap naar het orgel aangebracht, van boven afgesloten door een valluik. Aan de westzijde zijn aan beide zijden van de preekstoel zijn twee deuren de linker deur geeft toegang tot de gang de rechter naar de consistorie, naast de deuren hangen twee psalmborden één geschonken door de Burense Restauratie Stichting en één door de kerk gemeenschap uit Asch. De massief koperen kaarsenkroon die in het midden van het schip hangt is geschonken door Stichting `t nut uit buren. Op de preekstoel staat een bronzen lezenaar ook geschonken door de Burense Restauratie Stichting.

In 2004 heeft de Nederlands Hervormde Gemeente Asch een naamsverandering ondergaan de gemeentenaam is veranderd in Protestantse Gemeente Asch. (Op 1 mei 2004 is de Nederlands Hervormde Kerk, Gereformeerde Kerk en de Evangelische Lutherse Kerk samengevoegd tot de PKN Protestantse Kerk Nederland)

Lijst van predikanten van de Nederduitse Hervormde Gemeente te Asch 1615 - 2015
Franciscus Werneri 1616 - 1618

Isaac Genius 1629 - 1644

Joannes de Vries 1645 - 1665

Gerardus Blootenburch 1666-1675

Jonas Palingh 1675-1692

Fr.van Hermkhuyzen 1692-1707

Alexander Libuinus de Prato 1708-1717

Bernardus Colenbrander 1718-1735

Hanso Henricus Gerke 1738-1767

Elias Petrus Bonnouvrié 1767-1778

Jacob Akersloot 1778-1810

Jan van Schaick 1811 - 1815

L.M.Lobry 1816-1818

J.J.Schilham 1819-1820

Jan Post 1840-1860

Jan Cornelis Schagen van Soelen 1861-1864

Hendrik Cornelis van Lindonk 1865-1867

Pieter Cornelis van der Horst 1868-1870

Daniël Johannes Carolus Heldring 1871-1873

Rijn Visscher 1874-1878

Jean Jacques Antoine Valeton 1880-1882

Karel Alexander Nijenhuis 1883-1890

Hendrik Gideon Botermans 1890-1894

Amèdée Daran 1898-1905

Dirk Jan Frederik Westenburg 1905-1914

Johan Antonie Raams 1915-1917

Johan Heinrich Christian Israël 1918-1929

Dirk Broers 1929-1935

Krijn Luyendijk 1937-1940

Simon Leonard Knottnerus 1940-1946

H. de Zwart 1947 - 1963

F.H. scheffer 1963 - 1999

Machteld De Mik van der Waal 2000 - heden

Nawoord

De meeste informatie die u hier kunt lezen is een samenvatting uit het boekje De Geschiedenis van de St. Catharinakerk te Asch Mij spreke de stenen een tale van N. Berghuijs. Verder heb ik nog wat informatie op internet gevonden. Het is heel interessant om de geschiedenis van de kerk in Asch te lezen, en er achter te komen wie er bijvoorbeeld in het graf in de kerk ligt of waarom er een put in de kerk is met een glazenplaat erover. Het zou te uitgebreid worden om alles te typen wat ik tegen ben gekomen, bent u nieuwsgierig naar meer informatie dan raad ik u aan om zelf het boekje te gaan lezen.

 

 

 

                                                                                                                                                        Maart 2015  

 

                                                                                                                              Jolanda van Eck van Westreenen

 

 

Bronnen

Boek: De geschiedenis van de St. Catharinakerk te Asch. Mij spreken de stenen een tale

Auteur: N. Berghuijs

Jaar van uitgave 1996

 

en met  http://www.archieven.nl

 
terug